‘Wij zijn energiewezens die voortdurend bezig zijn onze wereld te vormen en te hervormen met behulp van ons persoonlijke energietoverstafje.  Dat beeld zou je krijgen als je naar iemand keek door een gigantische elektronenmicroscoop. Want weet je, het universum met alles erin, bestaat uit energie – ook de elementen die wij als gas, vloeistof of vaste stof zien.

Ook onze gedachten, gevoelens en handelingen zijn energie. Dat zijn onze toverstafjes. Onze geest gebruikt onze gedachten en gevoelens om naar ons toe te trekken wat we willen, net als radio ontvangers en zenders. Dus speelt de hoeveelheid energie waar we over beschikken een centrale rol bij ons vermogen ons leven te vormen.

In deze cursus onderzoeken we in hoeverre dit waar is en leren we bewust ons energieniveau te verhogen, waardoor we aan de hoeveelheid geluk in onze wereld kunnen bijdragen.’
Met deze woorden, vol verwachting van wat de dag ons brengen zou, opende ik onze tweede cursus. ‘Jouw beurt, Robert.’

Na maanden van voorbereiding hadden Robert, Edward en ik tien cursisten aangetrokken – het aantal dat we aankonden in onze intensieve cursus van een jaar, waarin we alle therapieën die in de vruchtbare jaren zeventig opdoken zouden behandelen. Daar kwam nog een uur per week persoonlijke counseling voor elke cursist bij. Alle cursisten werkten in de zorg en waren bezig met hun doctoraal examen aan de lokale universiteit, die ons had gevraagd het curriculum op te zetten en te geven.

Vandaag zou Robert onze cursisten leren helende energie te produceren en te gebruiken, en Edward zou hen de wetenschappelijke achtergrond van wat ze leerden, geven. Mijn korte inleiding daargelaten, was ik vrij om met onze cursisten mee te doen. Ik kon niet bevroeden dat wat ik vandaag zou leren, zo’n centrale rol in mijn leven zou gaan spelen.

Ik keek naar de gezichten, die goud oplichtten in de zee van kaarslicht in mijn kleine appartement.  Ieder van hen raakte mij op een andere manier diep. Don, bijvoorbeeld, had een tehuis voor pleegkinderen. Hij had nog geen definitieve beslissing genomen over het onderwerp van zijn doctoraal scriptie. Waarschijnlijk zou het gaan over de pleegzorg die hij gaf aan acht kleine wezen. In zijn eerste uur van persoonlijke counseling sessie met mij was hij een grondig onderzoek aangegaan naar de woede die hij voor zijn vader voelde. ‘Hoe kan ik deze kleintjes de liefde geven die ze nodig hebben als ik niet heb geleerd wat het betekent om van mijn eigen ouders te houden?’ had hij gevraagd, ‘En hoe kan ik mijn eigen weg in het leven vinden als ik mezelf blijf zien door de boze ogen van mijn vader?’

Wat een verschil met Daphne, onze oudste cursiste, die een beetje aan de kant zat. Ze was bezig haar scheiding te verwerken, nadat haar man er met een veel jongere vrouw vandoor was gegaan. Na twintig jaar voor hem en hun vijf kinderen in Latijns Amerika te hebben gezorgd, was ze nu terug in de VS, zonder alimentatie, zonder familie en zonder haar oorspronkelijke studie.

 Daar zat ze, in haar eentje, terwijl ze een kussen dat ze van de bank had geplukt, tegen zich aandrukte, alsof het een schild was. In haar wekelijkse sessies met mij was ze het contact met haar eigen gevoelens voortdurend uit de weg gegaan, door steeds onderwerpen voor haar scriptie te kiezen en te verwerpen, alsof ze titels van artikelen las terwijl ze vluchtig door een tijdschrift bladerde. Ik had het gevoel dat er achter haar innerlijke verdedigingsmuur een zachtaardige ziel schuilging die wanhopig probeerde zichzelf te healen en ik vroeg me af of we niet een fout hadden begaan door haar, zo vroeg in haar rouwproces, toe te staan onze cursus te volgen.

Ik hoopte dat Robert haar zo op haar gemak zou kunnen stellen dat ze zich kon openen. Dat was nodig als ze de energie waarmee hij ons die dag zou leren werken, wilde kunnen toepassen.

Ik voelde me dankbaar bij het zien van hun ernstige gezichten. Ze hoopten allemaal dat onze cursus ze nieuwe ingangen zou opleveren voor hun werk of voor hen persoonlijk. De inkt van mijn eigen doctorale bul was nog nauwelijks droog en nu had ik de leiding al. Hoe realistisch was het om een cursus healing in ons curriculum in te lassen? Had ik zelf de moed wel om te leren wat Robert ons vandaag wilde leren? Ik wilde onze cursisten erg graag geven wat ze nodig hadden. Ze waren allen, elk op zijn of haar eigen wijze, enorm gemotiveerd om te leren. Zelfs Daphne zocht naar een manier om uit haar innerlijke gevangenis te ontsnappen.

Even droomde weg. In mijn verbeelding zag ik mezelf in dezelfde situatie, en nu waren ze allemaal bezig zich eigen te maken wat Robert ze leerde. Daphne glom helemaal van geluk terwijl ze in contact met haar persoonlijke kracht kwam.  Dit beeld was zo realistisch dat ik volkomen gedesoriënteerd was toen ik me plotseling met een schok weer terug in het hier en nu bevond. Ik merkte dat ik uit het grote panoramavenster had zitten staren

Hoewel het nog vroeg in de ochtend was, was de hemel donker en dreigend. Al dagenlang had er een storm gewoed. De regering had Santa Cruz tot rampgebied verklaard. Desondanks was een na de ander van onze cursisten langsgekomen om te zeggen dat ze de cursus zouden bijwonen.

Sommigen zaten op college toen de storm toesloeg en konden niet terug naar hun huis in de heuvels. Omgewaaide gigantische redwood bomen blokkeerden de wegen en hadden de elektriciteitskabels vernield. Santa Cruz zat in het donker, de restaurants waren gesloten en een paar café’s maakten koffie op gaskachels en deelden die voor bijna niets uit. Omdat onze normale cursus locatie onbereikbaar in de heuvels lag, hadden we besloten deze workshop in mijn kleine appartement aan het strand te houden. Gelukkig hadden we al de boodschappen voor de workshop al gedaan en ik had altijd een enorme voorraad kaarsen in huis.

Een oorverdovende donderslag. Sommige cursisten slaakten een kreet, andere begonnen met hun buren te fluisteren.

‘Over energie gesproken!’ Liz, onze jongste cursiste, giechelde nerveus toen de bliksem het strand buiten deed oplichten. Eventjes konden we het helder witte zand, dat overdekt was met wrakhout en ander afval, zien. Een blik in de hel. Wat een verschil met het mooi verzorgde strand waar ik normaliter mijn ochtendwandeling op maakte.

Een paar minuten haalde ik diep in mijn buik adem, om mijn zenuwen de baas te blijven. Nooit eerder had ik zo’n heftige onweersbui, zo dichtbij het strand en de turbulente zee meegemaakt.

‘Ja, Liz, aan energie ontbreekt het niet in het universum,’ Robert’s stem had een geruststellende werking op ons allen. ‘En we beginnen te leren er wat van te gebruiken. De laatste keer hebben we geleerd de energie in onze cellen te vermeerderen. Jullie hebben twee maanden de tijd gehad dit in praktijk te brengen. Vandaag gaan we herhalen wat we gedaan hebben en…’

Zijn woorden gingen verloren in het lawaai toen de regen neerkletterde en tegen de ruiten sloeg. Hij kon zich niet meer verstaanbaar maken.

Edward rommelde in zijn diplomatenkoffertje en haalde daar drie enveloppen met foto’s uit. Hij gaf iedere cursist een foto. Ik herkende de eerste twee. Dat waren de foto’s die hij van zijn en mijn vingers naast elkaar op de fotografische plaat had gemaakt.

Toen het wat rustiger werd, legde Edward uit: ‘Dit zijn Kirlian foto’s. Ze zijn in het donker genomen en geven de energie die we uitstralen weer. Zie je die langwerpige vormen? Dat zijn de omtrekken van de vingers en de heldere corona of halo van glanzende kleuren eromheen is de energie die deze twee mensen uitstralen. Zie je hoe de energieën van elkaar afbuigen op de eerste foto die ik je gaf? Daar kregen de mensen instructies om boze gedachten over elkaar te denken.

Op de tweede foto zie je dezelfde mensen, die liefde voor elkaar voelen. Hier trekken de energieën naar elkaar toe en versmelten met elkaar. Op de laatste foto zie je Robert’s vijf vingers, nadat hij iemand een healing heeft gegeven.’

Kreten van bewondering. Robert’s vingers spoten naar alle kanten energie.

‘Het is zelfs zo, dat wij ons alleen maar energie of emotie hoeven voor te stellen, zonder deze fysiek uit te voeren, en dat dat al invloed heeft op de energie die we uitstralen. Deze mensen hebben geen enkel lelijk woord tegen elkaar gezegd. Ze stelden zich voor dat ze kwaad waren en zie eens hoe de energie van hun gedachten de stroom ervan bepaalt: hun energieën bewegen zich van elkaar vandaan. Deze gedachten en gevoelens zijn de persoonlijke energietoverstafjes waar Eliza het over had.

Zonder dat we het weten, zijn we voortdurend met de energiestroom waar we uit bestaan aan het spelen. We komen in contact met elkaar en de ervaringen die op ons pad komen, of we sluiten ons ervoor af, want mensen en ervaringen bestaan allemaal uit energie die wordt aangetrokken of afgestoten door wat we ons voorstellen.

Robert, jij gaat ons helpen deze energie te vermeerderen en te richten. Heb je even nodig om je voor te bereiden? Dan kunnen we even pauze houden tot…’ Edwards woorden stierven weg toen er weer een plotselinge hoosbui tegen het raam kletste. Hulpeloos keek hij op zijn horloge en gebaarde dat het nu pauze was.

De cursisten hadden geen aanmoediging nodig. Ze verdrongen elkaar in de keuken waar een schaal havermoutkoekjes en frisdrank ze opwachtten. Ik deed de deur dicht om Robert wat privacy te geven en de cursisten (en mezelf) de kans te geven stoom af te blazen. En toen het niet meer regende, hadden ze nog geen zin de pauze te beëindigen. Lachend en pratend gingen ze terug naar de zitkamer. Ik deed de deur open…Plotseling waren we omringd door een diepe rust.

Robert had een totaal andere sfeer geschapen!

Het was alsof we een heilige plaats betraden, toen we de zitkamer binnengingen. We hadden opeens helemaal geen behoefte meer om te praten en in de stilte die volgde verdwenen mijn zorgen of de workshop goed zou verlopen. Ik werd bevangen door dat gevoel van intense tevredenheid dat ik ook heb als ik wakker word uit een diepe slaap en tot in mijn lichaamscellen voel dat alles goed is in de wereld. De rust werd doorstroomd met de kwaliteit van energie die Robert uitstraalde als hij een healing gaf en die we in de laatste twee maanden geleerd hadden in onszelf wakker te maken.

‘Zoek een plekje en ga liggen,’zei Robert zacht.

Een cursist ging op de bank liggen, twee op mijn tweepersoonsbed en de anderen lagen op kussens op de vloer in de zitkamer, de keuken en de slaapkamer. Gelukkig was mijn appartement zo klein en liepen de kamers in elkaar over, dat Robert, die in het midden van het L-vormige appartement was gaan staan, de hele groep kon overzien.